Kritiek is er altijd geweest. De een vreesde verdere integratie omdat ‘het project Europa’ werd gezien als een katholieke uitvinding, waarbij het Calvinistische Noorden uiteindelijk het onderspit zou delven. De ander vreesde dat kleine landen politiek onder de voet zouden worden gelopen door de Grote Jongens, of Brussel werd gezien als de hoofdstad van het grootkapitaal. Hoe dan ook, er was altijd wat maar zo erg als nu is het nooit geweest. Het lijkt alsof alle kritiek van links tot rechts is samen te vatten onder één woord: tegen Europa.
Revolutionaire schets
Ergens is er iets misgegaan. Vijfentwintig jaar Verdrag van Maastricht. Je zou de verjaardag zelfs twee keer kunnen vieren. De eerste keer omdat in december 1991 de regeringsleiders de afspraak maakten en in februari komend jaar omdat in die maand in 1992 het Verdrag feitelijk werd ondertekend. Ook toen was praten over Europese samenwerking niet gemakkelijk. Nederland had in dat tweede halfjaar in 1991 het voorzitterschap en het begon dramatisch. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek kwam in september van dat jaar met een revolutionaire schets over het toekomstige Europa. Het voorstel kwam er samengevat op neer om van de Europese Gemeenschap, zoals het toen nog heette, uiteindelijk een federatieve club te maken.
Wachten
Hoon was de reactie. Nederland was, zoals Van den Broek het toen zelf verwoordde, ‘afgegaan als een gieter’. Een paar maanden later werd uiteindelijk in Maastricht wel iets binnengehaald, maar het was een afgeslankt idee. Het was mijn eerste Europese top waar ik als politiek journalist verslag van deed. Ik had van wachten toen nog geen specialisme gemaakt, maar ik leerde in elk geval al wel dat bij Europese journalistieke berichtgeving de gave om te kunnen wachten een vereiste is.
Dineren
Want hoe transparant de Europese Unie ook wil zijn, aan tafel zitten wij als journalist nimmer. Wachten tot het is afgelopen, is het gegeven. Ik herinner mij dat ik een paar keer een hotelnacht moest bijboeken; Maastricht was een lange zit. Voor de regeringsleiders moet het trouwens geen pretje zijn geweest. Vooral Helmut Kohl en Francois Mitterand hadden er op enig moment, zo is mij verteld, de pest in dat de lunch en het diner ze een paar keer is onthouden. Los van het feit dat de onderhandelingsstrategie van Ruud Lubbers ook toen al als onnavolgbaar werd gezien, hield Lubbers sowieso niet van dineren als er nog vergaderd moest worden. Ik heb later wel gedacht dat de enige reden waarom Lubbers nooit voorzitter is geworden van de Europese Commissie was dat in Brussel werd gevreesd dat de dagelijkse uitgebreide lunch en het diner om reden van vergaderdiscipline zou worden geschrapt.
Stoorzender
De belangrijkste afspraak die in Maastricht werd gemaakt, is om tot één Europese munt te komen. En hoewel ik het feest niet wil bederven, moet gezegd dat Maastricht vooral ook bekend is geworden door wat er niet is afgesproken. En terugkijkend met de kennis van nu, ligt misschien daar nu juist het huidige probleem. Geen Monetaire Unie zonder een Politieke Unie, zo werd altijd gezegd. Maar die verdergaande politieke samenwerking was toen onhaalbaar, en is nu bijna onbereikbaar. Het is waar, ook in 1991 waren de Britten een actieve stoorzender. De opt-out- een uitzonderingspositie- was het tovermiddel om de Britten erbij te houden. En premier John Major was vooral blij dat het F-woord, dat van federatie, van de baan was.
Draagvlakverlies
Misschien was het toen toch het tijdperk om ‘door te pakken’, en dat is nooit gedaan en nu gaat het voorlopig ook niet meer lukken. In zeker zin is de tijd van toen te vergelijken met de tijd van nu. Ook toen stond het vluchtelingenvraagstuk op de agenda, de oorlog in Joegoslavië was immers uitgebroken. En er waren plannen voor een Europese defensie, dat net als nu op politieke weerstand stuit. Het ijkpunt van draagvlakverlies is waarschijnlijk begonnen na het referendum over de Europese Grondwet in 2005, toen ook in Nederland nee werd gezegd tegen de plannen voor een verder geïntegreerde EU.
Nieuwe architecten
In 1992 zei de toenmalige Belgische premier Martens naar aanleiding van de afspraken in Maastricht: “De ideeën waren niet helder. We beseften niet waar we mee bezig waren. We hadden niet in de gaten dat onze besluitvorming mijlenver van de publieke opinie verwijderd was.” Een pijnlijk citaat dat zomaar ook deze week gezegd zou kunnen zijn. Het blijft waar dat de Europese Unie een ‘ongoing process’ is, zoals Herman van Rompuy ooit zei. En ook Robert Schuman, letterlijk een van de Europese Founding Fathers, wist al aan het begin van het ‘Europese project’ dat niet alles in één dag lukt. Maar nu – 25 jaar na Maastricht en volgend jaar precies 60 jaar na het Verdrag van Rome (oprichting EEG) – staat het Europese Huis te wankelen. Er zijn snel nieuwe architecten nodig voor de renovatie, want anders stort het bouwwerk in. En bang zijn voor de kiezer, gaat het herstelproces niet bevorderen. Soms moet je als politicus nu eenmaal je nek uitsteken.
Kees Boonman is politiek journalist/commentator EenVandaag/Kamerbreed en docent Journalistiek en Nieuwe Media Universiteit Leiden.