Als we iets van Brexit zouden moeten leren, dan is het dat de Europese Unie zo overheersend is geworden dat ze haar eigen draagvlak ondermijnt. Net als elders in West-Europa voelen ook de Britten zich cultureel zo overweldigd, dat ze zijn gaan terugverlangen naar een tijd die misschien nooit was, terwijl in Oost-Europa de recentelijk toegetreden lidstaten vrezen dat hun homogene samenlevingen onherkenbaar zullen veranderen door immigratie van buiten. Het gevolg is het opvlammen van het nationalisme dat Europa juist wilde bestrijden.
Ontheemd
Er is wat te zeggen voor het met volle kracht verdergaan met de Europese eenwording. Het is de Spanjaarden en Portugezen immers ook gelukt om van Zuid-Amerika middels de overdracht van de eigen cultuur, taal en het katholieke geloof een relatief vreedzaam en welvarend continent te maken. Voor een Europa van onderop lijkt dat echter geen goed plan. De lidstaten van de unie zijn daarvoor militair te machtig en door hun lange geschiedenis en ermee vergroeide nationale identiteit te sterk met hun land verbonden.
Het herontdekken van nationale identiteit is een precaire zaak voor Europa. Net als in de jaren dertig van de vorige eeuw is er nu een opgeklopte ‘wij-tegen-zij-houding’ aan het ontstaan. Deze keer ligt daar (vooralsnog) geen economische depressie aan ten grondslag ligt – hoogstens de onvrede over de verdeling van welvaart, maar zijn het de culturele veranderingen zelf die een gevoel van onbehagen oproepen, met de Europese Unie als de moloch die mensen zich in eigen huis ontheemd laten voelen.
Onderstroom
Die gevoelens van onbehagen worden nu handig geëxploiteerd door een populistische onderstroom, die de ontstane sociale onrust aanwakkert om een terugkeer van de superieur gewaande samenleving van weleer te kunnen bewerkstelligen. De interne vijand is daarbij de gevestigde orde, met de Europese Unie als ondemocratische heerser en lagere overheden als slaafse volgers, en de externe de Islam, een breed gedefinieerde groep gelovigen die zich door menselijke reproductie en met geweld meester wil maken van het Europese continent.
Waar de Europese samenwerking ooit bedoeld was om dit soort uitwassen te bestrijden, daar werkt ze die nu zelf in de hand. De nu heersende onvrede kan dan ook niet worden opgelost door de Europese Unie, anders dan dat ze die taak aan de individuele lidstaten laat. Die zullen dan ieder zelf invulling moeten gaan geven aan de heersende onvrede. De Europese Unie komt daarmee echter niet op een dood spoor te staan, wanneer ze zich in een bescheidenere rol gaat inzetten voor dat wat Europa echt tot Europa maakt.
‘Onliberaal’
Dat daar behoefte aan is, bewijst de Oost-Europese alliantie van ‘onliberale’ landen waartoe Hongarije en Polen zich rekenen. Landen die Europese samenwerking vooral in economische termen zien, misschien zelfs wel als historische herstelbetaling, terwijl Europa in beginsel een waardengemeenschap is, waarin instituties als democratie, een onafhankelijk rechtstaat en vrijheden en rechten van de mens de hoeksteen vormen. Bij het lidmaatschap van de Europese Unie hoort dan ook een mate van sociaal-culturele integratie.
Als die echter uitblijft, dan brengt dat de intra-Europese solidariteit in gevaar. Wanneer Oost-Europeanen immers als arbeidsmigranten onbeperkt naar het westen kunnen trekken, en daar door hun aanwezigheid niet alleen voor een identiteitscrisis, maar ook voor een uitholling van de onderklasse zorgen, terwijl aan de andere kant datzelfde westen middels structuurfondsen bijdraagt aan de opbouw van het oosten, wat blijft er dan over voor West-Europa? Op meer winst voor de eigen bedrijven kan niet eeuwig geteerd worden.
Solidariteit
Een gemeenschap kan dan ook niet bestaan zonder onderlinge solidariteit. Europa koos vóór Brexit nog voor het principe van het vrije verkeer van mensen om de ideologische integriteit van Europa te borgen. Na Brexit blijkt dat een meerderheid van de mensen daar die ideologie niet meer steunt. En dat lijkt te gelden in meer landen in de unie. Voor de Europese gemeenschap is het nu kiezen tussen het democratisch beginsel of het economische uitgangspunt van de unie, waarbij beiden leiden tot een zekere mate van desintegratie.
Het vrije verkeer van mensen trekt zo’n wissel op het continent, dat het erdoor aan het wankelen word gebracht. Het moet dan ook worden begrensd. Dat zal de EU incompleet en economisch suboptimaal achterlaten. Maar Brexit is geen incident en de Britten geen uitzondering. De culturele integratie van Europa gaat voor velen veel te snel. Overal in Europa staan populisten klaar om de Europese Unie uit de weg te ruimen en om zich achter de landsgrenzen in te graven tegen dat onbestemde buitenland. Europa weet wat van zoiets komt.
Michel Brouwers is commentator en schrijft over politiek, economie en samenleving. Lees meer van zijn werk op www.michelbrouwers.com.