Als minister-president leidde hij van 1994 tot 2002 acht jaar lang een coalitie van PvdA en VVD (de zogenoemde paarse kabinetten). Daarvoor was hij minister van Financiën en vicepremier in het kabinet Lubbers III. In die hoedanigheid was hij ook betrokken bij de Eurotop van 1991, die zou leiden tot het veelbesproken Verdrag van Maastricht.
Hoewel hij destijds feitelijk aan de zijlijn stond – als minister van Financiën had hij het zware voorwerk in het halfjaar voorafgaand aan de top gedaan – was hij destijds wel in Maastricht aanwezig. De voormalig vakbondsman realiseerde zich ook destijds al dat hij vooraan stond bij een ontwikkeling die Europa voorgoed zou veranderen. ,,Maastricht is mij buitengewoon dierbaar en betekenisvol. Het is echt de markering van een nieuwe fase in de ontwikkeling van Europa.
Dr. Wim Kok werd in 1938 geboren in het Zuid-Hollandse Bergambacht geboren als zoon van een timmerman. Hij doorliep achtereenvolgens de mulo en de hbs om vervolgens bedrijfskunde te studeren op Nyenrode. Veel mensen kunnen zich hem nog herinneren als de gedreven vakbondsman van FNV-huize, die zich op televisie in fanatieke bewoordingen uitliet over sociale kwesties en het beleid van de toenmalige regering.
Het leverde hem onder het volk een grote mate aan populariteit op. In 1986 stelde hij zich namens de PvdA verkiesbaar voor de Tweede Kamer. Als nummer twee op de lijst (achter PvdA-icoon Joop den Uyl) wist hij ruim 570.000 voorkeurstemmen te vergaren. Toen De Uyl dat jaar als fractievoorzitter opstapte, nam Wim Kok zijn plaats als partij- en oppositieleider in.
De naam van de voormalige premier – in 2003 werd hij benoemd tot minister van staat – is voorgoed verbonden met het ‘kwartje van Kok’, een term die verwijst naar een verhoging van de benzineaccijns, die deel uitmaakte van een grotere bezuinigingsoperatie.
Terugkijkend op wat er de afgelopen jaren in Europa is gebeurd kan Kok, die tijdens zijn loopbaan als politicus internationaal gerespecteerd was, zich enorm boos maken op degenen die stellen dat een groot deel van de huidige problemen te wijten is aan vermeende constructiefouten in het Verdrag van Maastricht. ,,Dat is te kort door de bocht. Ik zal de eerste zijn die toegeeft dat met de kennis van nu, het zeker wenselijk was geweest om minder goedgelovig te zijn ten aanzien van de loop der dingen die in de vijfentwintig jaar daarna zouden volgen. Zeker, bij de invoering van de euro en ook ten tijde van het al ingevoerd zijn van de euro, zijn hier en daar beleidsfouten en vergissingen gemaakt. Het zijn evenzovele zwakheden in de architectuur. Maar het is te simpel om alles wat ons in de loop der decennia is overkomen terug te voeren tot iets wat allemaal niet zou deugen aan het Verdrag van Maastricht. Dat is te kort door de bocht en ook te eenvoudig van geest om het zo te benaderen.”