“Hadden we geen Europese Unie gehad, dan zouden we haar moeten uitvinden. Alleen moeten bepaalde dingen anders gebeuren; vooropgesteld de muntunie”, zegt voormalig Eurocommissaris Frits Bolkestein (Amsterdam, 1933) in het vraaggesprek dat Europe Calling met hem had in het kader van het 25-jarig bestaan van het Verdrag van Maastricht.
Bolkestein, voormalig Nederlands toppoliticus van liberale huize, gold lange tijd als een uitgesproken euroscepticus. Tegenwoordig is hij wat milder in zijn oordeel, al blijft hij de vinger op de zere plek leggen als het gaat om het functioneren van de EU.
Vooral de huidige omvang als gevolg van de uitbreiding met een aantal economisch zwakke landen staat hem tegen, net als het feit dat bepaalde landen – zowel groot als klein – zich niet houden aan de zogeheten Maastrichtnorm. ,,Als ik nu denk aan de twaalf lidstaten van toen en ik vergelijk dat met het huidige aantal van achtentwintig, dan kan ik alleen maar zeggen: was het daar maar bij gebleven.”
Het ‘Europa van Maastricht’ te belangrijk is om prijs te geven aan nationale (lees anti-Europese) sentimenten die her en der de kop opsteken, aldus Bolkestein. Van het besluit van de Britten om uit de EU te stappen, begrijpt hij dan ook niets. ,,De Brexit vind ik vreselijk. Die had ik niet zien aankomen. Ik dacht: ‘zo dom kunnen de Britten toch niet zijn’. We zullen zien wat de gevolgen zijn.”
Frits Bolkestein (van huis uit filosoof, classicus, econoom én jurist) is afkomstig uit een voornaam Amsterdams gezin. Zijn vader was advocaat die het later zou brengen tot president van het Amsterdams gerechtshof. Grootvader Gerrit ging zijn kleinzoon voor in de landelijke politiek: de voormalig onderwijzer en onderwijsinspecteur was na zijn pensioen minister van Onderwijs in de Nederlandse kabinetten van vlak voor en na de Tweede Wereldoorlog.
Na het hoofdstedelijke Barlaeus Gymnasium te hebben doorlopen studeerde Bolkestein wiskunde in achtereenvolgens de Verenigde Staten en Amsterdam, om uiteindelijk af te studeren in de Wijsbegeerte en het Grieks; later aangevuld met de studies Economie en Rechten.
De inmiddels 83-jarige Bolkestein kan terugkijken op een gevarieerde loopbaan. Behalve Eurocommissaris was hij fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer, staatssecretaris van Economische Zaken (belast met Buitenlandse Handel) en minister van Defensie. Na jarenlang kritiek te hebben geleverd op het beleid binnen de EU toog hij in 1999 naar Brussel om zich binnen de Europese Commissie te bekommeren om de Interne Markt, de Douane-unie en Belastingen.
Van 1960 tot 1976 werkte hij voor Shell in onder andere Oost-Afrika, Midden-Amerika, Londen, Jakarta en Parijs. Later trad hij in dienst van een ingenieursbureau. In 1978 werd hij lid van de Tweede Kamerfractie van de VVD, om in de jaren daarna op twee verschillende posities deel uit te maken van de kabinetten-Lubbers I en II. Ruim acht jaar lang (van 1990 tot 1998) zou hij daarna leiding geven aan de VVD-fractie.
Tijdens zijn periode als Eurocommissaris sprak Bolkestein zich als enige binnen de Europese Commissie (de commissie-Prodi) uit tegen het openen van toetredingsonderhandelingen met Turkije. Daarnaast leverde hij doorlopend kritiek op het niet naleven van de Maastricht-criteria door diverse landen binnen de EU en waarschuwde hij voor de mogelijke gevolgen van een verdere uitbreiding van de EU met een aantal landen van het voormalig Warschaupact. De commissie-Prodi trad in 2004 af. Hij werd als Nederlands Eurocommissaris opgevolgd door Neelie Kroes.
Ondanks zijn kritiek op Europa is Bolkestein een warm pleitbezorger voor het moderne Europa. Vooral jongeren varen er wel bij, zegt hij. ,,Voor jongeren heeft Europa veel te bieden. De mogelijkheid om elders te studeren. De mogelijkheid om gebruik te maken van het programma van de Europese Unie dat Erasmus heet. Ik heb zelf een neef die zes maanden in Heidelberg heeft gestudeerd. Prachtige mogelijkheden die vroeger niet bestonden. En verder is het natuurlijk gemakkelijk dat je met de euro overal kunt betalen. Het zijn allemaal praktische aangelegenheden waar ze blij mee moeten zijn. En dat zijn ze ook.”
In 2004 werd Bolkestein benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de universiteiten van Leiden en Delft. Gedurende zijn carrière ontving hij diverse hoge onderscheidingen. Zo is hij Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In Duitsland verwierf hij het Grootkruis in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland.